Senbis is klaar voor vraag uit markt
De toegangspoort naar een wereld van nieuwe en duurzame kunststoffen staat uitnodigend wijd open, maar achter de poort liggen nog wel wat obstakels. Kunststofexpert Senbis uit Emmen maakt bijvoorbeeld producten waar de wereld op zit te wachten. En toch is het vaak moeilijk de verkoop op gang te krijgen.
Zo’n probleem kennen meer bedrijven met een sterke onderzoekstak: ze lopen te ver voor de markt uit en hebben achteraf misschien ook iets te weinig aandacht voor marketing & sales. Gerard Nijhoving, directeur van Senbis, noemt nog een andere reden waarom hij onder andere zijn biologisch afbreekbare korrels voor kunstgras nog lastig kwijt kan, terwijl iedere voetballer juist een schone kunstgrasmat wil: regelgeving en overheidseisen. ‘Het zou helpen als de overheid in de eisen voor het bestek vraagt om duurzame producten, want nu mist er een prikkel’, legt hij uit. ‘Want duurzame producten zijn altijd duurder en worden daarom niet als eerste gekozen.’
Proeftuin duurzame kunststoffen
Het is een complex scala van factoren waar bedrijven als Senbis doorheen moeten akkeren en baggeren voor ze de wereld blij kunnen maken met hun baanbrekende en duurzame nouveautés. Geld, onderzoek en machines zijn bijvoorbeeld evenmin onbelangrijk. Senbis kent alle obstakels en om die reden wordt in dochter SPIC Facilities 5,5 miljoen geïnvesteerd om een proeftuin voor duurzame kunststoffen neer te zetten waarvoor meteen nieuwe pilotmachines worden aangeschaft.
SPIC is het Sustainable Polymer Innovations Cluster van Chemport Europe, waarbinnen onderwijs en bedrijven hun krachten en kennis hebben gebundeld. Gerard Nijhoving: ‘Met SPIC Facilities vullen we de ontbrekende puzzelstukjes in van het ecosysteem van Chemport Europe. We krijgen nu een indrukwekkend aanbod van machines, waarmee we opeenvolgende processen in de productie van nieuwe materialen beschikbaar hebben: van enkele grammen tot vrachtwagens vol.’
Bij SPIC door de sluis van opschaling
SPIC vormt de sleutel tot groei van de sector. Ieder bedrijf moet door dezelfde sluis van opschaling, maar hoeft nu niet steeds dezelfde machines als de collegabedrijven aan te schaffen. De ontwikkeling van duurzame kunststoffen kan zo worden versneld en opgeschaald. Nijhoving: ‘We kunnen ons onderzoek nu veel beter doen. Sommige vragen konden we tot nu niet beantwoorden, omdat we wel de kennis maar niet de faciliteiten hadden.’
De kennis in het kunststoffencluster in Emmen wordt geroemd. Het Getec park.Emmen, zoals Emmtec tegenwoordig heet, heeft een voor Europa unieke structuur, want het is de enige plek in ons continent waar alle denkbare faciliteiten bij elkaar staan. Het cluster SPIC heeft meerwaarde. Nijhoving: ‘Ons doel is om het product en het proces zo snel mogelijk werkend te krijgen. Dat kan hier.’
‘Eindgebruiker kiest vaak voor goedkoop’
Nijhoving zegt dat er wel even is geaarzeld om in deze onzekere tijden te investeren. ‘Maar we zijn ervan overtuigd dat de verduurzamingstrend in de kunststofsector alleen maar sterker wordt’, zegt hij. De maatschappij gaat het eisen. Maar daarbij tekent hij wel aan: ‘De consument wil het, maar als producent van halffabricaten zitten we met Senbis wel te ver van die consument af om daar invloed op te hebben.’
En zo komen we weer bij het punt waarmee we dit verhaal begonnen. Want duurzame producten van Senbis zijn minder goedkoop, omdat er veel onderzoekskosten in zitten en er nog geen grote omzetten zijn. Maar ook omdat de vaak milieubelastende plastics waarmee ze concurreren qua prijs en kwaliteit volledig uit elkaar getrokken zijn: goedkoper kan niet, beter kan niet en recyclebaar, ho maar. Nijhoving: ‘Het is een ratrace to the bottom.’ De eindgebruiker kiest nog al te vaak voor goedkoop. Het is gemak. Duurzame producten verraden visie en principes bij de koper, de goedkope alternatieven onthullen een gebrek aan goede wil.
Wij investeren vaak in iets dat opgeschaald moet worden. Wij zien de kansen zeker bij Senbis. Er is een businessmodel en Senbis heeft laten zien dat het wat kan. We staan nu aan de vooravond van een uitbreiding en door hierin te stappen met risicodragend kapitaal hopen we andere financiers en investeerders ook mee te trekken. Het is een mooi verhaal, interessant en redelijk uniek. We dragen nu bij aan een steviger fundament van eigenlijk een nieuwe sector. Het verhaal is goed, maatschappelijk treft het doel. Het levert werk op in de regio, maar milieutechnisch levert Senbis ook zeker een toevoeging. En verduurzaming is uiteindelijk voor iedereen van belang.
Emmy Saimi-Roozeboom, Investment Manager MKB Fonds Drenthe
R&D is op niveau van een multinational
Senbis leunt op twee poten. De eerste is R&D dienstverlening, ofwel onderzoek en ontwikkeling. Senbis heeft, als voormalige research afdeling van AKZO en Diolen, op dat gebied zowel de faciliteiten als de kennis van een industriële multinational. Het mkb kan dat onmogelijk zelf opbouwen. Sterker nog, de meeste multinationals hebben niet de mogelijkheden die Senbis heeft. Daar komt de beschikbaarheid van SPIC dan nu ook nog bij.
De tweede poot bij Senbis is de productie van duurzame en biologisch afbreekbare kunststoffen. Daar komen de afbreekbare korrels vandaan, maar ook het afbreekbare draadje voor de trimmer die door plantsoendiensten worden gebruikt om het gras te onderhouden. Soortgelijk touw kan onder een visnet worden bevestigd dat bij bodemvissen over de zeebodem wordt getrokken. Het touw dat nu gebruikt wordt, ook wel ‘pluis’ genoemd, zorgt voor grootschalige plastic vervuiling in de zee.
Senbis heeft dus een alternatief. Maar waarom wordt dat nog niet grootschalig ingezet? Nijhoving: ‘Ons biopluis is duurder dan het huidige pluis en er is geen subsidie of regelgeving voor het gebruikvan ons duurzame alternatief. Met andere woorden er is geen prikkel voor verandering.’
Schoorsteen moet wel roken
Senbis legt, als voorloper, dus een pad geplaveid met risico’s af. Nijhoving weet dat als geen ander. ‘We kunnen daarom ook niet alles aanpakken, want de schoorsteen moet wel roken’, klinkt het. ‘We krijgen vaak het verzoek om ook nog even een bepaald product mee te nemen in onze ontwikkelingen. Als een klant niet wil betalen voor dat onderzoek, zijn we daar zeer kritisch in.’ Daarom kiest Senbis altijd een eigen niche. Zo wordt permanent gekozen voor de biologisch afbreekbare plastics in producten die een grote kans hebben in de natuur terecht te komen. Nijhoving: ‘Want dan leveren we toegevoegde waarde. Wij willen microplastic-problematiek oplossen. We zullen daarvoor worden beloond.’
Dit artikel verscheen eerder in NOMMER 39.
Andere artikelen
Lees meer artikelen over ondernemen in Drenthe